Door de nieuwe regelgeving wordt flexwerk in de toekomst duurder en minder flexibel. Hierdoor zal een deel van het uitzendwerk in zijn huidige vorm in de toekomst weinig bestaansrecht hebben. Dit blijkt uit het recent gepubliceerde Vooruitzicht Flexbranche van ING Research.

De flexbranche – bestaande uit uitzendbureaus, arbeidsbemiddelaars en payrollers – is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de economie. De conjunctuurgevoelige flexbranche groeit in 2022 voor het tweede jaar op rij sterk met een volumegroei van rond de 5%, zo verwachten de economen van ING. Doordat veel bedrijven zich inmiddels hebben aangepast, is de impact van de nieuwe lockdown minder groot dan tijdens de eerste lockdown vorig jaar, toen veel flexwerkers werden ontslagen.
Grote veranderingen
De sector staat echter aan de vooravond van grote veranderingen. Hoewel concrete maatregelen in het nieuwe regeerakkoord nog ontbreken, is het de ambitie van een nieuw kabinet om de verschillen tussen flex en vast te verkleinen. Flexwerk wordt daardoor in de toekomst duurder en minder flexibel. Dit om bijvoorbeeld uitzendwerk alleen in te zetten voor ‘ziek & piek’ en niet langer voor werk op structurele basis, een enkele uitzondering daargelaten. Een deel van het flexwerk in zijn huidige vorm zal daardoor in de toekomst weinig bestaansrecht meer hebben.
Nadenken over de toekomst
Zowel de personeelsschaarste als strengere regelgeving dwingen flexbedrijven na te denken over de te volgen strategie in de komende jaren. Zo kunnen ze een grotere rol spelen bij de aanpak van de mismatch op de arbeidsmarkt, zo verwacht ING Research. De toegevoegde waarde van uitzendorganisaties ligt hier in het bemiddelen, coachen, omscholen en het van werk(loos)-naar-werk begeleiden van werknemers.

Generieke spelers zeer wendbaar
De flexbranche is dermate flexibel dat het in 2022 minder hard wordt geraakt door één of meerdere lockdowns dan tijdens de eerste lockdown in maart 2020, toen veel flexwerkers werden ontslagen. De nieuwe lockdown treft met name dienstverlenende bedrijven, zoals de horeca en de evenementensector, terwijl productiebedrijven in tegenstelling tot vorig jaar nu gewoon doordraaien. Ook hebben veel bedrijven die flexwerkers inhuren zich inmiddels aan de nieuwe situatie aangepast. Bovendien kunnen generieke dienstverleners snel schakelen door het overhevelen van personeel naar sectoren met een grote vraag naar personeel, zoals de zorg, logistiek en distributie.
Belastingschuld hangt boven de sector
Mede dankzij de financiële overheidssteun is de sector de coronapandemie tot nu toe relatief goed doorgekomen. Circa één op de vijf flexbedrijven heeft uitstel van belastingbetaling aangevraagd. Voor de gehele branche bedraagt de belastingschuld 985 miljoen euro, wat neerkomt op gemiddeld 323.000 euro per flexbedrijf dat belastinguitstel heeft aangevraagd, al zijn de onderlinge verschillen groot. Vanaf 1 oktober 2022 moet worden begonnen met het terugbetalen van deze schuld. Ondanks dat bedrijven hier vijf jaar de tijd voor krijgen, zal het voor een aantal flexbedrijven mogelijk tot financiële problemen leiden, met bedrijfsbeëindiging of faillissement tot gevolg, zo vreest ING Research.

Personeelsschaarste zet rem op groei
Eén van de grootste uitdagingen voor de flexbranche is de krapte op de arbeidsmarkt. Deze loopt in rap tempo op. In het vierde kwartaal 2021 gaf bijna driekwart van de flexbedrijven aan de personeelsschaarste als een belemmering te ervaren. Begin 2021 gold dit voor slechts een kwart van de flexbedrijven. Gezien de verwachting dat de werkloosheid de komende twee jaar relatief laag blijft, zal het aanbod van arbeid krap blijven. Dit zet een rem op de groei in de flexbranche. Door het personeelstekort stokt de toestroom van (nieuwe) uitzendkrachten en daarmee ook de groei.
Lees hier het hele artikel Vooruitzicht Flexbranche van ING Research.