Elke student krijgt een passende stagevergoeding en die moet minimaal alle onkosten omvatten. Dat staat in het Stagepact MBO 2023-2027, waarin afspraken zijn gemaakt tussen alle partners in en rond het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Verder zijn er afspraken gemaakt omtrent het uitbannen van discriminatie, het verbeteren van de stagebegeleiding en het creëren van voldoende stageplaatsen.

Randvoorwaarden
De afspraken in het stagepact, dat ondertekend is door studentenorganisaties, mbo-scholen, vakbonden, werkgeversorganisaties en ministeries, moeten ervoor zorgen dat alle studenten een stage of leerbaan krijgen met de juiste begeleiding en goede randvoorwaarden. “We vinden het belangrijk dat studenten een passende vergoeding krijgen en geen extra onkosten hoeven te maken voor hun stage”, melden de deelnemende partijen. “We zorgen er daarom voor dat alle studenten in 2023 een onkostenvergoeding krijgen die tenminste alle kosten in euro’s omvat die een student moet maken – van het bedrijf of van de wet – om stage te kunnen lopen bij een bedrijf. Inclusief reiskosten als deze niet op een andere manier vergoed worden. Het leerbedrijf betaalt deze onkostenvergoeding.”
Bol-studenten
Bovenop de onkostenvergoeding wordt via het Stagepact MBO 2023-2027 gestimuleerd dat (semi-)publieke en private werkgevers een passende stagevergoeding geven aan bol-studenten. Hierover worden in alle cao’s afspraken gemaakt. Sociale partners nemen het voortouw om in de Stichting van de Arbeid afspraken te maken over een aanbeveling op dat punt.
Gelijkwaardig
Stagelopen mag dus geen geld meer kosten. “Met dit stagepact willen we bijdragen aan het gelijkwaardig behandelen van alle studenten in Nederland. Ons uitgangspunt is daarom dat wanneer afspraken worden gemaakt in cao’s over stagevergoedingen deze voor alle studenten gelijk zijn. We spreken af dat alle bbl-studenten, naast een onkostenvergoeding ook een arbeidscontract en loon ontvangen dat minimaal conform de wettelijk vastgestelde bedragen is. Ook studenten in de derde leerweg hebben recht op een passende vergoeding. Zij hebben vaak een diverse achtergrond en voor hen geldt geen wettelijk minimum aantal bpv-uren. Student en leerbedrijf (en waar relevant de uitkeringsinstantie) bepalen daarom wat een passende vergoeding is. Het vragen van een vergoeding voor plaatsing van een student was en is in geen enkele situatie toegestaan.”